Nieuwe dag
De Dom ontwaakt met zijn hoofd in de wolken. Ondertussen worden de straten gepoetst voor een nieuwe dag. Wagentjes brommen en blazen. Sproeien de klinkers blinkend nat. Nu mogen auto’s nog laden en lossen. Ze staan op plekken waar ze straks verboden zijn. Versperren de weg voor de weinige wandelaars op weg naar huis, naar werk, naar studie of school. Winkelpanden zijn hermetisch afgesloten of de deur staat al op een voorzichtige kier.
Een vrouw heeft haast en loopt met grote passen voorbij. Om haar rechterschouder hangt het hengsel van een volle tas. In haar linkerhand houdt ze twee glimmende pumps vast. Een fietser passeert haar, zijn voeten draaien trage cirkels op de pedalen, hij gaapt zonder gêne de nacht weg.
Nog twee bruggen steek ik over. Vlak na de tweede, opent een vrouw de deur en gaat achterwaarts met kinderwagen het gebouw binnen. De peuter gooit nog snel haar knuffel voor de voeten van een jongen. Hij raapt het op en geeft het onmisbare beest terug. Ze glimlachen naar elkaar.
Een paar meter nog. Een meisje rent me tegemoet. Haar stappen klinken hard op de stenen. Ik hoop dat ze niet uitglijdt. Ik ben er bijna. Een man draait behendig een steekkarretje met fusten bier de hoek om. Hij fluit een lied en wordt begeleid door De Dom die van grote hoogte het repertoire bepaalt.
Ik ben er. Het carillon zwijgt. Straks trekt de mist op en komt de zon. Dan zien we de toren weer in volle glorie. En hij ons. Zo gaat dat hier.
Leave a comment