Versieren
In het café hangt een vrouw gevaarlijk over de balustrade om de piek op de boom te kunnen zetten. Ze wordt aangemoedigd door de ober. Geheel passend bij de kerstsfeer vloeken ze elkaar stijf.
Opeens zit ze tegenover me. Twee staartjes en grote bruine ogen. ‘Op wie wacht jij?’ vraagt ze. Ik schat dat ze zo’n jaar of zes is. ‘Op een mevrouw.’ Ze kijkt naar mijn koekje. ‘En jij? Wat doe jij hier?’ vraag ik. Het is een schooldag immers. ‘Oma moest versieren. En ik treuzelde voor school. En toen zei ze: godverju, ga dan maar mee, ik meld je wel ziek.’ Ze kijkt tevreden naar de vrouw die nu met veel getier grote kerstklokken ophangt. ‘Dat is mijn oma. Wil je dat niet?’ Ik schuif het koekje over tafel naar haar toe. Ze eet met veel smaak.
‘Ik heb twee zusjes. Superstomme. Echt jammer. En ik ben verliefd.’ Een triomfantelijke blik. ‘Heb jij een kind?’ Ik knik. ‘Ik heb er twee.’ Ik laat een foto zien op mijn telefoon. Zodra ze de foto ziet, springt ze op en brult de naam van mijn zoon. ‘Daar ben ik verliefd op!’ Ze straalt.
Haar oma komt op het roepen af. ‘Valt ze u lastig?’ Ik schud mijn hoofd en voor ik iets kan zeggen zegt mijn tafelgenote: ‘Oma, dit is de mama van die waar ik verliefd op ben!’ De vrouw zucht, de glitters hangen in haar wimpers. ‘Nou, alvast veel sterkte met uw nieuwe schoondochter’, zegt ze. Ze klinkt dodelijk vermoeid.
Haar kleindochter hangt nu ontspannen in haar stoel. ‘Morgen vraag ik verkering’, zucht ze dromerig. ‘Niets zeggen he!’ Ik beloof haar niets te zeggen. Het versieren laat ik geheel aan haar over. Nu maar hopen dat ze dat net iets beter kan dan haar grootmoeder.
Leave a comment