Uit 't Copy van Clason

2 november 2015 Er was eens

Saus

Ze houdt een fles omhoog. ‘Deze?’ Ik twijfel. Ik weet het niet meer goed. Ze pakt een andere fles. ‘Deze dan?’ Zou kunnen, dus ik knik.

We kijken naar het schaaltje. De saus is roze. Precies zoals ik me herinner. Maar nu? De dop gaat er moeilijk af. Maar uiteindelijk lukt het haar. ‘Hoeveel?’ ze kijkt me opnieuw vragend aan. Wat een hoop dingen weet ik niet. Ik haal mijn schouders op. Ik heb het enkel geproefd, niet gemaakt. ‘Misschien moeten we het eerst op een lepel schenken.’ Ze is slim. Ze schenkt het vocht op een eetlepel en roert het door de saus. Ik proef. ‘Wat meer…’ Ze meet opnieuw een lepel af. We moeten lachen. We morsen. Nu proeft zij. ‘Lekker toch?’ We druppelen er voor de zekerheid nog wat bij.

De schaal met saus is in verhouding tot de zak chips wat groot. Maar dat hindert niet. We dippen. ‘Hoort het zo waterig?’ Ze krijgt rode wangen. Ik weet zeker dat ik die ook heb. Als de chips op is, lepelen we de saus op. We moeten veel lachen. Heel veel eigenlijk. Denk eigenlijk dat we nog nooit zo moesten lachen om niets. En dat wil wat zeggen.

Plots staat ze in de keuken. Verbaasde blik. ‘Wat is er met jullie?’ We schrikken een beetje van haar, maar lachen vrolijk door. Dit is niet meer te stoppen namelijk. Ze pakt de fles van het aanrecht. ‘Hebben jullie gedronken?’ Haar stem schiet omhoog. ‘Neeeeeee, we hebben gedipt.’ Hoe hilarisch klinkt dat. We komen niet meer bij.

Ze ruikt aan de lege bak saus. We krijgen glazen water. Wel tien. Net zolang tot we wat minder moeten lachen. Want zoveel lachen is niet gezond. Zelfs niet als je 12 bent.

Leave a comment

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.