Het bankje
Heel even aarzel ik. De wind waait om mijn hoofd. Zo hard dat ik door een harengordijn niet goed meer kan zien waar ik loop. Met één hand houd ik mijn ogen vrij en neem voorzichtige stappen.
Dan ben ik er. Het bankje ziet er van dichtbij minder comfortabel uit dan ik dacht. Toch ga ik erop zitten. Precies zoals ik dat al een tijdje in gedachten had.
Achter een muur van riet zit ik aan de waterkant. Verborgen voor iedereen vanaf het fietspad of vanaf het water. Het riet omsluit me als het ware, wild heen en weer waaiend.
En dan zit ik daar. De wolken vliegen boven het water en dat water, dat water klotst met kleine golfjes. De rietstengels breken deze kleine golven, maar je ziet het water nog lichtjes de kant aantikken.
Ondanks de steeds meer toenemende wind weet ik zeker dat het er stil is. Op een mopperende meerkoet na. En heel in de verte een brommer. Het riet wuift naar me. Mijn haren vallen nu geheel voor mijn ogen die ik nu maar sluit.
En ja, daar is het. Voor heel even. Stilte achter gesloten ogen.
Leave a comment