Onder invloed
Het komt zo dicht bij me dat ik het bijna met mijn neus kan aanraken. Zwart en onheilspellend. Ik staar ernaar en voel mijn knieën beven.
Hij knikt naar me. Ik verstijf. Hij knikt nog eens. Ik zie een schuifje openen.
En ik zeg niets. Helemaal niets.
Het schuifje gaat dicht. En ik zie zijn gezicht.
“Haal eens adem”, lacht hij. Ik doe het. “Kan ’t weer?” vraagt hij. “Doe maar net of ik er niet ben.”
En dat had hij nou net niet moeten zeggen. Want hij is er zo duidelijk wel. Vlak voor mijn neus.
Opnieuw gaat het schuifje open. Ik praat, vertel de woorden die ik uit mijn hoofd leerde. En ineens niets meer. Ik staar. En zie tot mijn grote opluchting het schuifje weer sluiten.
Er wordt gezucht. Ik krijg een glaasje water. En we praten even.
“Je bent niet de eerste”, stelt de andere jongen me gerust. “Het komt wel goed.”
Maar het komt niet goed. Steeds gebeurt het weer opnieuw. De wereld staat stil. Mijn hart bonst in mijn keel. De tekst. Zo bekend en zo ver weg.
We schudden handen. Teleurgesteld zijn we.
“Cameravrees”, zegt de cameraman. “Jammer van de screentest.”
“Nooit gedacht. Zeker niet omdat je perstraining geeft, vertel het maar niet aan iemand”, grijnst de geluidsman.
En dat doe ik. Nog beter. Ik laat het verhaal minstens vijftien jaar rijpen.
Leave a comment