Uit 't Copy van Clason

28 augustus 2018 Er was eens

Too Close

De kegelcellen in mijn ogen geven de kleuren in een snelheid door die ik bijna niet kan bevatten. De bijpassende namen dringen mijn hersenen binnen. Ik hoor mezelf prevelen…maar weet niet precies wat.

Ik schreef hierover in mijn verleden als reisboekenredacteur: Stendhal.. stendhal… hoe heet dat ook alweer. Maar ook die associatie is nu niet naar iets concreets om te zetten.

Want het doek lijkt voorover te buigen, me te bedekken. Ik zie de verfstreken. Volumineus en strak. Gericht of toevallig. Het kan me niet schelen hoe het bedoeld is. Ik ben in vervoering. Hier, in een glazen gebouw in Málaga, word ik volledig opgeslokt door een schilderij.

Ik dans met mijn ogen van links naar rechts. Van boven naar beneden. Ik ben gehypnotiseerd, dronken, duizelig. Ik strompel naar het kaartje, rechts van deze zee aan kleuren. Ergens heel ver weg hoor ik een berispende stem van een Spaanse suppoost. Een jongen. Een kind. ‘Too close’, zegt hij. Ik wuif wat naar hem. Een moment. ‘Ik wil weten wie me dit aandoet’, zeg ik in het Nederlands. De jongen haalt zijn schouders op, sloft de andere kant op.

Stendhalsyndroom, herinner ik me, als ik de letters op het kaartje probeer te begrijpen. Een syndroom dat veroorzaakt wordt door schoonheid, in dit geval door Miró. Hij doet me dit aan. Deze duizelingwekkende ervaring met de zangerige titel Personajes y pájaros en la noche mag hij op zijn conto schrijven.

Nog een keer kijk ik op naar zijn immense werk. Diepe liefde. Oneindige liefde. Ik houd van dit doek. Nog een blik. Nog eentje.

Nooit eerder heb ik ervaren dat drugs vermomd kunnen zijn als kunst. Tot deze warme dag in Málaga. Ik beveel het van harte aan. Maar laat wel wat over voor mij: een junkie in wording.

 

Leave a comment

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.