Papa
Ik ben 46. Hij 82. En we zitten in het ziekenhuis.
Tegenover ons halen mensen koffie uit een koffiemachine die alle mogelijke varianten biedt. Verpleegkundigen wandelen voorbij. Ze praten over het ultieme recept voor zoete aardappeltaart, over de komende herfstvakantie en over een aanbieding bij de Hema.
Een elektricien wacht bij de balie, zijn ladder heeft hij in delen bij zich. Er zijn een paar lampen stuk. Dat hebben wij al gezien.
Soms wordt een naam geroepen. De koffiebeker wordt dan achtergelaten, tijdschriften worden terug op stapels gelegd.
Mijn naam klonk nog niet, dus wachten wij geduldig.
Want we zijn vroeg en meer kunnen we niet doen. Ik kijk naar hem en maak me zorgen. Hij om mij.
We verbergen dat gevoel onder grappen. Onder een lach. Daar zijn we supergoed in. Ook dat is genetisch, denk ik.
Hij is 82. Ik 46. En we zijn hier niet voor hem.
Dat maakt het wat vreemd. Een kind dat haar vader als gezelschap meeneemt naar een ziekenhuisbezoek is op mijn leeftijd uniek. Misschien is het daarom dat het me zo ontroert. En dat ik probeer elke minuut in me op te nemen. Te koesteren.
Wat artsen gaan zeggen, weten we namelijk al. Wat de toekomst brengen zal is nog vaag. Wazig zelfs. Dat is een ding dat vaststaat.
Tot die tijd noemen we dit vol overgave ons ‘vaderdochteruitje’.
Ik vind het een van de mooiste ooit.
@3pm
Ruud Clason says...
Vond ik ook. Knuffel
@1pm
Chantal says...
mooi
@11pm
Monique says...
Ik wens je zoveel liever een ander uitje met jouw papa….
Één met een heldere toekomst!
Dikke knuffel lieverd.
Xxxx