Handen wassen
Ik wandel over tekeningen. Ik zie een robot. Een grote bloem. Een vogel. ‘De beste kindere’ staat erbij. Iemand heeft erachter gezet: van de buurt.
Wellicht om elke twijfel weg te nemen. Dit is gemaakt door de beste kinderen van de buurt.
Het is een lange straat en ik vermoed dat er veel kinderen wonen. Alle stoeptegels zijn versierd. Aan het eind loop ik over een hinkelbaan, zonder te hinkelen. Ik herinner me hoe ik ooit zo ver als mogelijk een steentje probeerde te gooien. Hinkelen naar nummer 8, nog liever verder.
In de straat waar ik de kaart kan posten, ontbreken de tekeningen. Hier zijn geen beste kinderen met veel stoepkrijt.
Er ligt wel een plastic handschoen. Vroeger van iemand die net benzine had getankt. Tegenwoordig is het voor sommige mensen onderdeel van hun uniform voor het halen van boodschappen.
Ik weet even niet goed wat ik moet doen. Oprapen en weggooien. Niet aan mijn gezicht zitten. En thuis handen wassen.
Eerst de kaart.
Ik doe de kaart op de bus en wandel terug naar de verloren handschoen. De wind is me voor en het plastic vliegt door de lucht. Ik ren erachteraan, probeer mijn voet erop te zetten, maar ik ben steeds te laat.
Ik ren, spring en huppel. Hinkel zonder hinkelbaan. Tot ik de zwaaiende en vliegende hand heb gevangen. Ik voel een lichte overwinning en gooi het plastic triomfantelijk in de vuilnisbak bij de bushalte.
Met mijn handen voor me uitgestrekt loop ik naar huis.
Op naar zeep en water.
@12pm
Kitty Kilian says...
De beste kindere. Mooi.