Fictie, denk ik (4)
Ze ziet de vrouw wel praten, haar lippen bewegen, maar ze heeft helemaal geen zin om erop te antwoorden of te reageren. Dus kijkt ze wazig terug. Dat werkt vaak heel goed. De vrouw gebaart en wijst naar haar oren. Ze staart dwars door haar heen, door de knalroze jas die het mens draagt en probeert de marktkraam achter de roepende vrouw te ontwaren.
Weg, weg, weg, denkt ze.
En dat helpt. De roze jas vertrekt met bozig opgetrokken schouders.
Ze duwt haar tas naar voren. Een tas op wieltjes, sinds wanneer is dat ding in haar leven komen aanrollen. Ze weet het niet meer. De man voor haar staat van het ene op andere been te wiebelen. Ze heeft zin om de tas vlak achter hem te parkeren. Eens kijken of hij straks een acrobatische….
De man van de kaaskraam onderbreekt haar gedachten, hij wijst naar haar. Ze is aan de beurt. Ze haalt de koptelefoon van haar hoofd en de geluiden om haar heen razen haar gehoorgangen in. Snel praten, denkt ze. ‘400 gram oude kaas astu’, zegt ze. Hij babbelt tegen haar, maar ze heeft de koptelefoon weer op haar oren gezet.
Praat jij maar, denkt ze.
Ze heeft er allemaal geen zin meer in, in al die geluiden die ongevraagd op haar afkomen. Muziek is wat ze wil horen. En muziek alleen. Sinds haar kleinzoon Spotify op haar telefoon heeft gezet, luistert ze onafgebroken naar zijn wereld. Een goede koptelefoon kocht ze vorige week, zodat ze elke dag het ritme kan voelen waarvan ze dacht het verloren te zijn.
Ze staart naar de verkoper die niet doorheeft dat ze niets hoort. Hij denkt misschien dat ze oorwarmers draagt. Zijn sjaal heeft hij stevig om zijn hals gebonden en hij lijkt trots te zijn als hij het stuk afgesneden kaas weegt. Ze pakt het ingepakte pakketje aan, houdt haar pasje boven de pinautomaat, de man knikt dat de transactie is gedaan, en ze draait zich om.
De mensen wijken nauwelijks uit elkaar om haar erdoor te laten.
Hoogste tijd om mee te zingen, denkt ze. Ze zet het geluid wat harder, kucht even en zingt luidkeels mee met de muziek van de jeugd. De mensen stappen geschrokken achteruit en laten haar door. Ze ziet ze wijzen, lachen en wat leeftijdgenoten fronsen.
Ze zingt en zingt.
Weg, weg, weg, denkt ze. Aan de kant. Deze oma is nog lang niet uitgezongen en heeft nog heel wat noten op haar zang.
In ieder geval tot aan de notenkraam.
Leave a comment