Poep
Het heeft geregend. Een geluk bij een ongeluk. Was ik daarnet nog in de weer met papieren zakdoekjes, nu zie ik overal regenplassen waar ik doorheen kan waden. Ik pak elke plas onderweg naar de bushalte. Bij de halte is … Continue reading
Het heeft geregend. Een geluk bij een ongeluk. Was ik daarnet nog in de weer met papieren zakdoekjes, nu zie ik overal regenplassen waar ik doorheen kan waden. Ik pak elke plas onderweg naar de bushalte. Bij de halte is … Continue reading
Er zit iemand tegen de voordeur. Ik kijk nog eens goed. Ja, er zit iemand op de grond, aan de andere kant van mijn voordeur. Het is een kind, denk ik. Niets beweegt. De schaduw van het kind niet. Ik … Continue reading
Terwijl ik oefende in hardlopen, bedacht ik me dat ik een leesschema moest opstellen. Als bij rennen trainen helpt, waarom dan bij lezen ook niet? Om de dag zou ik een paar minuten letters tot me nemen. Elke dag wat … Continue reading
We kijken naar haar hersenen. Zij met haar bril op haar neus. Ik op het puntje van mijn stoel. Een man wijst met zijn pen ergens midden in de grijze massa. ‘Het belangrijkste is dat uw brein gezond is’, zegt … Continue reading
Alles veranderde en ze kon er niks tegen beginnen. Nee, ze had het nu eens niet over hangende vellen die vele gisteren geleden nog vlezig en gevuld waren. Niet over de groeven had ze het. Niet over het almaar strammere … Continue reading
Elke keer als hij een lantaarnpaal raakt, klinkt een andere toon. Een hoge pling. Een lagere plong. Een dof geluid. Een met een echo. Ik hoor hem eerder dan dat ik hem zie. Hij rijdt me op de stoep voorbij, … Continue reading