Opgerekt
Hij rekt zijn hele wezen op.
Niet alleen de hoogte in. Niet alleen de grootte van zijn voetafdruk. Niet alleen de lengte van zijn handen die nagenoeg die van mij kunnen omvatten. Ook zijn stembanden rekken op naar kanten waardoor ik het kleine in hem begin kwijt te raken.
Ik schrik soms op omdat er een vreemde vent in huis lijkt te zijn. Maar ondanks dat deze man enorm kan vloeken als een volwassen bootwerker, blijkt het nog steeds een 12-jarige van eigen vlees en bloed te zijn.
Elke dag zie ik iets anders aan hem. Een nieuwe gezichtsuitdrukking. Een andere moedervlek of sproet. Maar vooral de extra centimeters die er elke nacht bij lijken te komen.
Hij rekt zijn hele wezen op.
Dusdanig dat hij met steeds meer moeite terug kan het in het geborgene van mijn schoot. Hij verheugt zich erop dat hij me op kan tillen.
Aan de kant zetten, denk ik als ik somber ben.
Dragen, denk ik als ik vrolijker ben.
Hij rekt zijn hele wezen op.
Een wens die ik zelf begon uit te spreken omdat hij zo klein bleef. En nu deze wens wordt vervuld, zou ik stiekem toch wat anders willen. Zoals armpjes om mijn nek. En mollige beentjes om mijn middel.
Als ik hierover sta te zuchten, omhelst hij me. Zijn hoofd past nog in mijn hals.
Hij rekt zijn hele wezen op. En ik rek tijd.
Totdat hij zich losmaakt uit de omhelzing.
Om verder op te rekken natuurlijk.
Heel natuurlijk allemaal.
Ja, ja.
@12pm
Fred Weller says...
Mooi!!