Prutlamp
De lampenkap viel eraf. Dat deed de temperatuur. De hitte loste de lijm op en de kap is onherstelbaar.
Het is het minste dat de afgelopen maanden veranderde. Maar het is vrijwel meteen een project. Iets dat wél valt op te lossen.
Dus zoek ik drie weken naar vervanging. Nieuw. Nieuwer. Anders. Een grote.
De lichtbundel moet een ruimte met een hoogte van 3 meter verlichten. De lamp is letterlijk het centrum van dit huis. Op deze eerste verdieping schijnt zij tussen slaap en woon haar licht.
En dat licht is belangrijk, want aan de tafel, onder de lamp, wordt gegeten. Gewerkt. Gelezen. Gepraat. En weer gegeten.
En nu de dagen heel langzaamaan weer korter worden, is een nieuw lichtpunt hard nodig. Zo gaat dat namelijk, in donkere tijden zoek je naar licht.
En dan vind ik haar.
Hij schopt zacht tegen de lege doos.
‘Prutlamp’, zegt hij, ‘wat een prutlamp.’
En: ‘Alles gaat kapot steeds maar.’
Hij veegt boos een traan weg.
De lamp hangt.
‘Ik weet zeker dat hij t ook een prutlamp zou hebben gevonden,’ zegt hij.
Ik knik, want dat zou zomaar kunnen.
Kon ik het hem maar vragen.
Leave a comment