De reizigster
Om te reizen hoef je je niet te verplaatsen. Dat bewijst de vrouw op deze bank. Ze is er wel. En toch ook niet. Voorovergebogen slaat ze de bladzijden van haar reisbestemming om. Ze wandelt door letters, in een gestaag ritme. Weer een pagina. Nog een.
Rechts van haar slenteren toeristen, ze dragen de al opgeblazen luchtbedden onder hun arm. Een late visser schudt zijn netten naast haar bankje uit en wist het zweet van zijn voorhoofd. Een kind klimt op de muur voor haar, roept iets uit, balanceert gevaarlijk.
Ze ziet ze allemaal niet. Ze is er niet. Niet echt.
Ze reist ietwat ongemakkelijk, deze vrouw. Geen zonnebril, afhankelijk van de schaduw. Maar dat lijkt haar niet te belemmeren. De bladzijden vliegen door haar vingers. Met een van hen wijst ze zichzelf de juiste weg. Van links naar rechts.
Een jongen neemt plaats op de bank achter haar. Hij wrijft zijn voeten zandvrij en trekt sneakers aan. Als hij opstaat, zijn handdoek om zijn schouders slaat, kijkt ze even naar hem om. Een vlugge blik.
Het ritme van haar reis is verstoord. Langzamer slaat ze de pagina’s om. Ze blijft hangen op een zin. Ze kijkt wat vaker op. Ziet de kinderen spelen op het strand. En draait haar hoofd naar een vogel.
Het is tijd voor een pauze. Een tussenstop. Ze slaat het boek dicht en haar handen strelen de kaft. Precies in het midden steekt een boekenlegger uit de woorden.
De reis is nog lang niet ten einde. Gelukkig maar.
Leave a comment