Ongezien
‘Ik zag je wel kijken hoor!’ ‘Eh.. ik keek niet.’ ‘Hahahaha…’ ‘Ik begrijp niet waarom je lacht.’ ‘Haha..’ ‘Echt niet!’ ‘Ha..’ ‘…’ ‘…’ ‘Ik keek niet.’ ‘Wat jij wilt.’ ‘Dat je weet dat ik niet keek, dát wil ik.’ ‘Oh. … Continue reading
‘Ik zag je wel kijken hoor!’ ‘Eh.. ik keek niet.’ ‘Hahahaha…’ ‘Ik begrijp niet waarom je lacht.’ ‘Haha..’ ‘Echt niet!’ ‘Ha..’ ‘…’ ‘…’ ‘Ik keek niet.’ ‘Wat jij wilt.’ ‘Dat je weet dat ik niet keek, dát wil ik.’ ‘Oh. … Continue reading
Ik ben bang in het donker. Al zo lang als ik me kan herinneren. Dus is er altijd een lampje. Altijd een ijkpunt. Altijd iets om te zien. Want is het aardedonker, is het pikzwart, dan stik ik. Dan valt … Continue reading
Om te reizen hoef je je niet te verplaatsen. Dat bewijst de vrouw op deze bank. Ze is er wel. En toch ook niet. Voorovergebogen slaat ze de bladzijden van haar reisbestemming om. Ze wandelt door letters, in een gestaag … Continue reading
Hij zakt op zijn knieën. Zijn hoofd in zijn nek, handen boven zijn hoofd. Dan laat hij zich als een zoutzak naar voren vallen en slaat zijn handen op de tegels. Hij klinkt als een gewond dier, steeds luider en … Continue reading