Ghostbuster
Een meter lang. Groter kan hij niet zijn. Zijn rugzak zou mogelijk zelfs hem kunnen dragen, maar nu heeft hij de touwtjes in handen. Of nee, een brandslang. Want daar lijkt het ding op dat uit zijn rugzak komt. Hij houdt het in zijn rechterhand en beweegt er langzaam mee door de bus, van links naar rechts. Zijn lege hand scant mee en hij mompelt zachte woorden.
Hij lijkt tevreden en hij wenkt de vrouw die geduldig buiten de bus staat te wachten. Als ze instapt, zit hij al op de klapstoeltjes. Het uiteinde van de brandslang lijkt op een pistool en houdt hij – hé, is hij een ghostbuster? – nog steeds in de aanslag.
Hij is op alles voorbereid.
De vrouw, zijn moeder vermoed ik, blijft voor hem staan zodat hij niet van de stoel zwiept bij een wilde bocht. Tijdens het rijden blijft hij echter alert. Hij zwaait nogmaals met de slang van links naar rechts.
Nu wijst hij naar mijn gezicht.
Ik speel mee, steek mijn handen in de lucht en geef mezelf over. Ik grijns naar hem. Hij fronst en kijkt even naar zijn moeder op. Dan weer naar mij. Hij fronst harder en vermijd nu oogcontact. Deze bus is veilig. Op die rare vrouw na. Negeren lijkt hem het beste.
Ik laat mijn handen zakken, dit spel is beperkt houdbaar. Zelfs als je meespeelt.
Leave a comment