Ik lees voor
Op de vensterbank staan jampotten met tastbare herinneringen. Schelpen veelal. Ook een dennenappel. Soms gooit hij er een edelsteen bij. Want deze vinexwijk, waar altijd gebouwd wordt, kent edelstenen in de vorm van stukjes gebroken badkamertegels.
Links van de potten staat de eenzame, rode helikopter. Klaar om het raam uit te vliegen. Als hij straks slaapt, denk ik. Een rondje boven de boomtoppen en daken, die we precies door het open stuk van het rolgordijn zien.
Hij is klaar met tanden poetsen en kruipt bij me, morgen douchen kan best hè, zo vies ben ik niet, mompelt hij. Ik negeer geuren die onthullen dat zijn pubertijd nadert.
Douchen kan morgen ook.
Hij wijst aan, daar is hij gebleven. Het is wel wat luguber, waarschuwt hij. Er wordt een mens doorkliefd met een zwaard. Maar niet overslaan hè, want hij ligt bij me, en het duurt maar een pagina of vier. En oh ja, omdat hij op tijd is gestopt met gamen, zou het wel een goede deal zijn als ik vandaag twee hoofdstukken voorlees.
Ik lees voor. Hij luistert, speelt af en toe met mijn haar of duwt mijn leesbril terug die van mijn neus afglijdt. Zijn 11-jarige lijf ligt tegen me aan. En misschien had hij toch beter even kunnen douchen.
Ik lees voor en denk tegelijkertijd na. Dat kan soms gebeuren. Na deze zomer gaan dingen namelijk veranderen. Dat maakte ik al eens eerder mee met zijn oudere zus. Middelbare scholen doen dat, ze veranderen kinderen. Dat is het leven. Zo gaat dat.
Hij gaapt en denkt dat ik dat niet zie. Gaat met zijn vingers over de lijnen van mijn gezicht.
Ik lees voor. En wil eigenlijk nooit meer stoppen.
Leave a comment