Opa
Dit weekend sprak ik mijn opa. De man in het fotolijstje op het kastje, links in de hoek van de kamer. De man die ik helaas nooit mocht ontmoeten, omdat hij voor mijn geboorte stierf.
Toch sprak ik hem afgelopen zaterdag.
Ik luisterde ademloos naar zijn verhalen die hij letter voor letter op papier drukte. Ik zag hem voor me, voortdurend sigaren rokend, gebogen over zijn schrijfmachine. Ik zag hem nadenken voor hij de volgende zin typte. Heel misschien twijfelde hij of het nieuwtje ook na zes weken nog relevant was. Of hij wel kon zeggen hoe moeilijk dingen waren. Dan knikte hij, dit wilde hij vertellen, en vlogen zijn vingers over de toetsen.
Ik voelde dat hij boos was. Moe. Of juist uitermate content was met een feestmaal. Hij vertelde met humor. Met zelfkritiek. Met liefde naar zijn kinderen die hij al zoveel jaren moest missen.
Zijn brieven, want het zijn brieven, tonen mijn voorouder in alle kleuren van zijn gemoedsrust. In een openheid waarvan ik in alle arrogantie dacht dat alleen de latere generatie dat kon.
Dit weekend sprak ik mijn opa. En voel ik een verbintenis waarvan ik niet wist dat die er was. Een connectie zonder dat we elkaar ooit hebben gekend. Ik voel een stukje in mij voortleven. Herken bepaalde beschrijvingen in mijn vader. In mijn zusje. In de kinderen die zij en ik kregen.
Dit weekend sprak ik mijn opa. Schrijven maakt onsterfelijk, is de uitspraak. Sinds dit weekend weet ik dat dat waar is.
En hoe.
@11am
Fred Weller says...
Oh heel mooi Marianne..en zo waar!