Onopgemerkt en denkbeeldig
‘Ik weet t ook niet’, prevelt hij tegen de rand, daar waar het gras stopt en de betontegels beginnen. Hij zakt door zijn knieën, fluistert en haalt zijn schouders op. Hij lijkt te luisteren, het is iets grappigs want hij grinnikt zachtjes.
‘Jelle!’ De jongen kijkt om. Een man roept, wenkt. Hij staat op de eerste rang, de man, de wedstrijd begon nog maar net. Jelle mompelt iets tegen de persoon die ik helaas niet kan waarnemen. Hij komt overeind en slentert duidelijk met tegenzin naar de man.
‘Ik wilde bloempjes plukken’, vertelt hij. De man knikt afwezig en houdt hem bij beide schouders vast zodat Jelle enkel nog naar het voetbal kan kijken.
Een doelpunt en de man juicht. Nu de handen van zijn schouders af zijn, piept Jelle er meteen weer tussenuit.
‘Sorry’, fluistert hij naar zijn vriend die onopgemerkt en denkbeeldig naast mij is komen staan. ‘Moest even weg.’ Hij babbelt heel zachtjes. Luistert. En plukt ondertussen januarimadeliefjes.
De man kijkt om en roept hem nogmaals, ongeduldiger dit keer. Jelle steekt zijn hand op, ja, ja, hij heeft t gehoord. De man kijkt weer richting het veld. Ook hij praat zacht voor zich uit. Zijn woorden verdwijnen, net als die van zijn zoon, in het luchtledige.
Of niet? De man glimlacht zacht en knikt. Hij werd gehoord.
Was ik het bijna vergeten: onzichtbare vrienden zijn overal.
Leave a comment