Overstroming
‘Ken je die tekenfilmfiguurtjes waarvan de ogen als ze op het punt staan te huilen half vollopen met water? Getekende tranen? Ja? Zo is het binnen in mij. Een lijf vol met tranen. Als een bad dat bijna overstroomt voel ik me, een volgelopen mens met tranen die geen goede uitweg vinden. Misschien moet ik daarom zoveel plassen.’
Ze lacht om haar eigen grapje. Niemand lacht met haar mee.
‘Heb je daar ooit over gehoord? Tranen die de uitgang kwijt zijn. Ja, dat is het. Ze raken niet uit me. En ondertussen loop ik bijna over. Onzichtbaar, maar toch. Ja. Ik huil de hele dag. Van binnen.’
Ze trekt haar tas dicht tegen zich aan. Een lederen schild is het. Zo groot dat het het gebied tussen haar hart en navel beschermt.
‘Het stopt maar niet. Ik denk nu al wel een jaar of drie. Misschien raken ze ooit op, zoals ze ook fysiek verdwenen bedoel ik. Mijn ogen tranen niet meer. Druppelen moet u, zegt de dokter. Ja…druppelen….’
Ze staat op. Moeizaam gaat het. ‘Even naar ander gezeik luisteren’, zegt ze tegen haar gezelschap, een man en twee vrouwen. Die knikken en mompelen wat. Ook nu lacht er niemand.
‘Gaat best goed met d’r’, zegt een van de vrouwen als ze uit het zicht is.
‘Beter ken niet’, beaamt de man. Hij doopt zijn koekje in de koffie en de vloeistof stroomt over de rand van zijn kopje.
Ze kijken er alle drie naar. En zwijgen.
Leave a comment