De tijdreizigster
‘Ik was hier in 1945 voor het laatst.’ Het meisje kijkt vriendelijk naar de oude dame en dan heel even achter de vrouw. Ze schat in dat de eerstvolgende – dat ben ik – een praatje kan handelen.
‘1945? En nu pas weer terug?’ vraagt ze daarom.
De dame, ze komt tot mijn schouder, knikt. ‘Ja. Nu pas. Eerder kon het niet. Wilde ik niet.’
Ze zwijgt.
‘Is er veel veranderd?’ vraagt het meisje. De vrouw glimlacht wat verbaasd. ‘Ja er is in al die jaren veel gebeurd…ik woonde op de Oudegracht. Hier, een paar huizen verderop.’
Ze zwijgt opnieuw.
De rij achter me wordt langer. Er wordt gekucht. Geschuifeld. Het meisje is zich daarvan bewust en duwt de vrouw de tas met het gekochte boek in de handen. ‘Nou, dan heeft u heel wat herinneringen op te halen!’ De vrouw is echter niet daar in de boekwinkel maar op een tijdreis in haar hoofd.
Het meisje draait op haar stoel, kucht nu ook. ‘Mevrouw? … Mevrouw? Er zijn mensen die ook willen betalen? Mevrouw?‘ De vrouw knippert even met haar ogen. ‘Oh, kind.. ik houd je op.’
Het meisje knikt. ‘Daar in het begin van de winkel staan ook boeken over de oorlog in Utrecht! Misschien vindt u nog wat moois.’ De ogen van de tijdreizigster worden groot. ‘Nee dank je’, glimlacht ze. ‘Daar was ik bij.’
Ze pakt de tas, een zachte groet en ze draait zich vastberaden om.
Ze heeft niets meer nodig. Een boek in haar tas en een in haar hoofd.
Dat is meer dan genoeg.
Leave a comment