Dragen
Zijn dunne grijze haar waait alle kanten op. Zij draagt een sjaal over haar hoofd. ‘Geef nou.’ Hij zegt het niet overtuigd. Ze kijkt hem meewarig aan en schudt haar hoofd. ‘Ik doe het zelf.’ Hij kijkt naar haar. Ik … Continue reading
Zijn dunne grijze haar waait alle kanten op. Zij draagt een sjaal over haar hoofd. ‘Geef nou.’ Hij zegt het niet overtuigd. Ze kijkt hem meewarig aan en schudt haar hoofd. ‘Ik doe het zelf.’ Hij kijkt naar haar. Ik … Continue reading
Mijn lip trilt. Hij kijkt me heel even aan. ‘Waarnaartoe?’ Ik noem het adres en we rijden weg. ‘Was dat jouw baby?’ Ik vertrouw mijn stem niet, hum wat. ‘Nog heel klein hè?’ Ik hum weer. Hij rijdt heel rustig, … Continue reading
Hij kokhalst. Ze buigt zich naar voren. Haar ogen zijn dicht bij de zijne. ‘Adem in en uit door je neus. Ja, zo…je doet het goed.’ Hij kalmeert. Zijn handen houdt hij voortdurend aan weerszijden van zijn lijf. De vingers zijn … Continue reading
Zijn benen bungelen. De kruk is te hoog voor hem terwijl hij zeker niet klein is. Als ze niet kijkt, duwt hij met het lepeltje van zijn koffie in de kaars. Het witte vet loopt als badwater over de rand. … Continue reading