Uit 't Copy van Clason

18 maart 2016 Er was eens

Angst

Ik bewonder mensen die zonder hartkloppingen, zwetende handpalmen en duizelingen door het leven stappen. Ik deed het nog niet zo lang geleden ook, zonder daarover na te denken.

Tot de gedachten het overnamen. Meedogenloos zwermden zij zich uit van hersenen naar de rest van mijn lijf. En toen bleef er niets anders over dan nu en dan te beven van angst.

Daar kun je met specialisten over praten. Je kunt er medicijnen voor slikken. Slikken zal je sowieso moeten, want hoe goedbedoeld ook, de adviezen worden je gevraagd en ongevraagd om de oren gezwiept. Van: ‘kijk toch niet altijd maar achterom’ en ‘leef in het heden’ tot ‘neem dan toch een pammetje’ of ‘je moet je eroverheen zetten’.

Het ergste beven is voorbij. Ik leerde dat sporten me de moed geeft die zo vaak ontbreekt. En dat de kinderen niet meer zo klein zijn, zowaar zelf naar school fietsen, ook dat helpt. Schrijven helpt. Werken helpt. Op tijd gaan slapen. Goed eten. Een fijn boek. En mensen ontmoeten die echt begrijpen wat er in je kop gebeurt.

Vluchten van de angst. Dat is het stomste wat ik deed. Dus zit ik er nu soms recht tegenover. Schud hem – of is het een haar – de hand. Het is geen overleg of een vergadering. Het is geen aanvaarding dat hij er is. Het is een confrontatie met een doel.

Zodat ik dan eindelijk die woorden naar een uitgeverij stuur. Of de metrogangen in stap. Of dat ik een stuk verder rijd dan dat ik dacht dat ik kon. De angst voel ik dan slinken, me verslagen nakijken. ‘Verdomme hé.. ze liet zich niet op haar kop zitten. Of in haar kop zitten.’ Dat hoor ik hem dan denken.

Afijn. Deze week zette ik de angst in z’n hemdje. En laat ik dat maar eens wat vaker gaan doen. Net zolang tot hij beeft en opgeeft. Een prima plan.

 

 

 

 

Leave a comment

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.