De mooiste
Ze staat ineens voor me. Een en al tule. Blote buik.
‘Mooie schoenen’, wijst ze naar mijn platte exemplaren. Ze krabt aan een korstje op haar arm. ‘Van de kat’, legt ze uit. Ik knik. ‘Jij ziet er helemaal zo feestelijk uit’, zeg ik tegen haar. Ze plukt nu wat aan de tutu. Heel even denk ik dat ze zal zeggen: ah dit ouwe ding? Maar nee, ze is nog niet verpest. ‘Ik ben de mooiste hier.’ Ik moet lachen. ‘Ja. Dat ben je.’ Ze zucht nu diep. De mooiste zijn is blijkbaar een zware last.
‘Ik heb wel een probleem. Ik krijg dat dingetje niet dicht.’ Ik kijk naar haar voeten. Vuil met roze teennageltjes. De sandalen zijn open. ‘Jij hebt jouw schoenen wel dicht. Help je me?’ Ik help haar. We buigen ons over haar voeten. Samen pielen we tot de gespen zitten zoals ze horen te zitten. Ze bekijkt haar voeten. ‘Ja, zo is het toch beter.’ We knikken allebei.
Verlangend kijkt ze nu naar het springkussen. ‘Oja..’ zegt ze zich realiserend dat haar schoenen weer uit moeten. ‘Kom, we trekken ze weer uit’, zeg ik tegen haar. Ze schudt haar hoofd. ‘Nee, als je de mooiste bent, kun je niet springen.’ Ze haalt spijtig haar schouders op en huppelt naar de suikerspinnen.
Dat kan immers altijd, een suikerspin. Zelfs als je de mooiste bent.
Leave a comment