Discman
Het sneeuwt. Grote witte vlokken. Ze dwarrelen om me heen, op me. Ik leg mijn hoofd in mijn nek en kijk naar boven….. het duizelt me. Sneeuw in mijn ogen, in mijn haren, op mijn mond. En dat alles onder begeleiding van muziek uit mijn discman. Mijn trots. Ik kocht hem nog maar net. Alle guldens waard om deze wekelijkse reis te veraangenamen.
Ik ben bijna bij het station als plots een gedaante voor me staat. Groot. Zeker twee koppen langer dan ik. Drie misschien. Hij wijst naar mijn discman. Langzaam haal ik de koptelefoon van mijn oren. We staan onder een straatlantaarn en zijn ogen knijpen samen.
‘Waar luister je naar?’ Zijn stem is laag en past een op een bij zijn uiterlijk.
‘Pink Floyd.’ Mijn stem slaat over.
‘Nummer?’
‘Wish you were here.’
Hij grijnst zijn tanden bloot. Een ervan is goud.
‘Nice.’ Hij knikt nog een keer. ‘…So, so you think you can tell, heaven from hell…’
Na het declameren van deze eerste zin verwacht ik elk moment dat hij nu mijn discman wil hebben. Hij doet echter een stap opzij, maakt een armbeweging gelijk aan een spreekstalmeester die de volgende act aankondigt, en tot mijn verbijstering mag ik hem passeren. De eerste passen maak ik wat aarzelend, mijn knieën knikken nog steeds. Dan loop ik steeds sneller. Als ik uiteindelijk het perron op kom rennen, hoor ik door mijn koptelefoon:
Running over the same old ground.
What have we found?
The same old fears.
Wish you were here.
En ik ben maar wat blij dat ik niet naar iets anders luisterde.
Leave a comment