Zwaar beladen
Ik sta, op aanraden van de taxicentrale, onder het afdakje te wachten. Het regent heel hard en tegenover mij stopt een auto. De eigenaar verlaat haastig zijn voertuig, zijn jasje boven zijn hoofd getrokken en springt in de auto die met knipperende lichten staat te wachten.
Het is bijna half één in de nacht en het lijkt me verstandig om niet te blijven staren naar deze rendez-vous. Dat doe ik dan maar naar het scherm van mijn telefoon.
Weer een auto. Ook nu rent een man met grote stappen door de plassen en neemt eveneens plaats in de stilstaande fiat.
Als het goed is zijn het nu drie mannen, in één auto. Hoewel, de ramen zijn geblindeerd door condens en het zou natuurlijk ook een vrouw en twee mannen kunnen zijn.
Ik ga iets dichter bij de deuren van het hotel staan.
Nog eens. Een wagen stopt en braakt dit keer twee mannen uit. Weer hetzelfde ritueel. Intussen zitten er bij mijn weten dus vijf personen in een te kleine fiat.
En sta ik al twintig minuten onder het afdakje te wachten.
Als er opnieuw iemand voorrijdt, besluit ik niet op te kijken. Tot ik ineens in het volle licht sta en er iemand schreeuwt: “TAXI!”
Opgelucht, ja toch wel, stap ik in.
Als de taxichauffeur wil optrekken, moet hij plots op de rem staan voor een overstekende man. Vloekend kijkt hij naar de voetganger die eveneens afstevent op de fiat. “Zo, die auto is zwaar beladen”, wijst hij me.
Ik knik. Hij moest eens weten hoe zwaar.
@11pm
fred says...
Hoi Marianne,
Lees voor het eerst je korte berichten en een verhaal. Aangenaam verrast, zowel door de toon als het woordgebruik. Zal zeker vaker lezen en …wat een prettig rustig beeld. Groeten, Fred Weller