De muur
De straatjes in dit spierwitte dorpje zijn stil. Er wappert een eenzame
theedoek aan een lijn. Een vale hond tilt zijn hoofd even op als we de scooter
tegen de muur plaatsen. Het is een witte muur, zoals alles om ons heen.
En ja, hier moeten we zijn. We kijken vertwijfeld op de kaart. De jongen van de
benzinepomp heeft heel bewust een kruis gezet. Daar, bij dat kruis. Daar konden
we hem vinden.
Enigszins behoedzaam lopen we door het dorpje. Ineens horen we
het: basmuziek. Langzaam aanzwellende tonen. Steeds dichterbij. We lopen
zwijgend op het geluid af en staan voor een villa met gesloten hekken. De Egeïsche
zee, misschien wel de mooiste zee die ik ken, is ook vanaf hier te zien. We
luisteren, de zon op onze schouders, een minuut of tien staan we
daar.
De klanken stoppen abrupt en we zien plots een hoofd boven de witte muur.
“Fuck off”, snauwt dat hoofd. “Get the fuck out of here.” Het hoofd spuugt naar
onze voeten en we maken dat we wegkomen.
“Was hij het”, roept ze naar me, terwijl we de weg naar beneden rennen.
“Ja toch!” juich ik.
Roger Waters, hij was het en speelde muziek van The Wall. Niet wetende dat vijf maanden later de Berlijnse muur zou vallen en zijn commerciële succes weer zou groeien.
“Hij was precies zoals ik dacht!” zegt ze buiten adem als we bij de scooter staan, “een
pratend hoofd op een muur.”
En we lachen zoals je alleen kunt als je achttien bent. Tot we omvallen.
Leave a comment