Uit 't Copy van Clason

18 februari 2013 Er was eens

Boos

“Ik was boos op hem. Dus zette ik de boter op de verkeerde plek in de koelkast”, vertelt de vrouw aan haar vriendin.

De vriendin roert in haar thee.

“En ik at al zijn lievelingskoeken op”, vervolgt de vrouw. “Ik ging bellen, als er voetbal op tv was. En deed het toiletpapier verkeerd om in de houder.”

Ze is stil en kijkt haar vriendin aan. Die knikt.

“Ik deed de autostoel zo naar voren dat hij er niet meer kon zitten. Ik draaide de kraan open als hij douchte. Ik ben ook op zijn overhemden gaan zitten om te kreuken.”

Ze krijgt nu blosjes op haar wangen. De vriendin schuift op haar stoel heen en weer, pakt de menukaart en legt ‘em nonchalant tussen hen in. De vrouw kijkt ernaar, maar ziet het niet.

“Maar hij had het niet door hè, dat ik boos was… helemaal niet. Hij bleef me maar schat noemen. Dus heb ik gehuild dat ie een lul was. En dat snapte hij helemaal niet.”

De vriendin zucht en staat op. “Ik moet even plassen”, zegt ze.

Ze loopt langs mijn tafel en ik heb nu een vrij uitzicht op de vrouw die net twee nieuwe thee krijgt van de ober. Heel even kijkt ze ernaar, buigt dan over tafel en haalt de zakjes suiker weg bij de thee van haar vriendin. Met een verbeten trek om haar mond stopt ze de zakjes in haar tas.

Dan staart ze uit het raam. Boos. Zonder dat iemand dat doorheeft.

 

Leave a comment

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.